Ds. H.J. Messelink, Hosea, een vreemde liefde, [2005], 23 In vers 15 staat iets merkwaardigs: het volk zal God "mijn man" noemen en niet meer "mijn Baäl". Hadden ze dat dan gedaan? Nee, maar wat hier duidelijk wordt, is dat het volk op deze manier de Here en de Baäl aan elkaar gelijk hadden gesteld. Ze dienden God op dezelfde manier als de heidenen hun afgoden.
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE, dat gij [Mij] noemen zult: Mijn Man; en Mij niet meer noemen zult: Mijn [39]Baal! 39. Willende kwanswijs God nog door den Baal vereren. Vergelijk Ex.3:2,4,5, en Richt.2:11. Het woord Baal betekent wel heer en meester, maar omdat zij het gewoonlijk den afgoden op zijn heidens gewoon waren te geven, zo verfoeit God dien titel.